Teylingen in de 13e eeuw
De eerste schriftelijke vermelding van de burcht van Teylingen dateert uit 1271, toen Dirk heer van Teylingen was. In een oorkonde staat de zinsnede “apud Teylinge”, wat zoveel betekent als “bij Teylingen”.
Heer Dirk van Teylingen stierf op 12 november 1283, en werd opgevolgd door zijn zoon Willem van Teylingen. Deze Willem stierf enkele weken na zijn vader, zonder opvolger. Hierdoor verviel het kasteel aan de grafelijkheid.
Teylingen werd, mede doordat het een goede uitvalsbasis was voor jachtpartijen en pleziertochten in de duinen en het, in die tijd uitgestrekte, bosgebied, na 1283 nooit meer in erfleen uitgegeven.
Wel schonk, graaf Floris V, het kasteel en het vruchtgebruik van de bijbehorende landerijen aan de weduwe van heer Albrecht van Voorne, Catherina van Durbuy. Ook toen Catherina in 1293 hertrouwde met Wolfert van Borselen, mocht ze het kasteel, tot haar dood, in eigendom houden.
Het is verleidelijk de nieuwbouw van het poortgebouw te Teylingen toe te schrijven aan deze Wolfert. Echter, indien dit zo is, moet hij vrijwel direct aan de slag zijn gegaan. In 1299 werd hij te Delft door een uitzinnige menigte gelyncht.
Na de moord op graaf Floris V in 1296 werd in 1297 diens zoon Jan I graaf van Holland, graaf Jan I van Holland overleed in 1299. Hij werd opgevolgd door graaf Jan II van Avesnes. Hierdoor kwamen de graafschappen Henegouwen, Holland en Zeeland samen in één hand.
Bron: Bezoekersgids van Teylingen