De donjon
Omdat het baksteenformaat van de donjon (woontoren) verschilt van dat van de ringmuur, wordt deze iets later gedateerd, zo rond het midden van de dertiende eeuw. De donjon is op en tegen de oude ringmuur gebouwd, hoe precies is helaas niet te zeggen, omdat er in de loop der tijd nogal aan het muurwerk is gesleuteld. Duidelijk is in ieder geval dat de hoeken van de donjon gebouwd zijn op de pijlers van de ringmuur.
Vanuit de verdieping van de donjon kon men rechtstreeks op de ringmuur komen. De poortjes daarvoor zijn nog steeds aanwezig. Opvallend is dat ze wel heel hoog zitten ten opzichte van de ringmuur. Er moeten dus trappen van hout zijn geweest om het hoogteverschil te overbruggen. Dergelijke houten trappen waren in tijden van nood gemakkelijk verwijderbaar. Ook de hoofdingang zat hoog en heeft de tand des tijds doorstaan. Hij bevindt zich schuin boven de doorgang naar de kelderverdieping. Dat betekent dat er aan de buitenzijde van de donjon een trap moet zijn geweest om de hoofdingang te bereiken.
Langs de binnenmuren van de donjon tekenen zich de sporen af van de voormalige vloerniveaus, van haarden en lampnissen. Boven de kelderverdieping waren drie verdiepingen gebouwd. De kelderverdieping was ooit overwelfd met zes kruisribgewelven, waarvan de bogen en aanzetten duidelijk zichtbaar zijn. Verder zijn er licht – of ventilatiegaten die afwisselen met lampnissen.
Ten opzichte van de overwelving is de op zich regelmatige verdeling van lichtgaten en lampnissen in het muurvlak slecht passend. Dat wijst erop dat de overwelving niet tot de oorspronkelijk opzet behoorde, maar pas later is ingebracht.
In de dikte van de noordmuur is een stenen trap die naar de eerste verdieping voert. Hoe de kelder vroeger werd gebruikt is onduidelijk. Een functie als keuken lijkt af te vallen want er zijn geen haarden en sporen van ovens ontbreken ook.
De grote vensteropeningen op de eerste en tweede etage geven aan dat dit de meest voorname verdiepingen waren. Het comfort zal beperkt zijn geweest; op de eerste verdieping is slechts één haard te ontdekken en op de tweede verdieping twee. En dan te bedenken dat er waarschijnlijk in de vensters, van oorsprong, geen glas zat en de openingen alleen gedicht konden worden door luiken te sluiten.
Er waren twee gemakken, één in de zuidoostelijke hoek van de derde verdieping en één uitkragend over de slotgracht.
Alle soberheid ten spijt, wijzen de grote vensters langs de buitenmuur van de donjon en het volledig ontbreken van schietsleuven erop dat dit bouwwerk niet primair als verdedigingswerk kan zijn bedoeld.
Bron: Bezoekersgids van Teylingen